In elke cel zit informatie die bepaalt wanneer de cel moet gaan delen en daar weer mee moet stoppen. En ook welke functie de cel moet uitvoeren. Deze informatie heet DNA. Het DNA zit verpakt in lange strengen: de chromosomen. In iedere cel zitten 46 chromosomen. De chromosomen zitten in paren (23 paren). Van elk paar komt 1 chromosoom van de vader en het andere chromosoom van de moeder.