Op dinsdag 13 september 2022 vond het Oncomid Webinar Eierstokkanker plaats. Deze online bijeenkomst was bedoeld voor patiënten, hun naasten en andere geïnteresseerden en werd goed ontvangen bij de deelnemers.

Tijdens het webinar vertelden twee gynaecologisch oncologen, een verpleegkundig specialist en een patiënte over de laatste ontwikkelingen op het gebied van de diagnostiek en de behandeling van (uitgezaaide) eierstokkanker en over de ervaringen in het (regionaal) zorgtraject.

Webinar terugkijken

Heb je het webinar gemist en wil je de bijeenkomst graag terugkijken? Dat kan. Klik op onderstaande video.

For privacy reasons YouTube needs your permission to be loaded. For more details, please see our privacybeleid.

 

Vragen en antwoorden

Tijdens de bijeenkomst was er ruime gelegenheid tot het stellen van vragen. Door de grote hoeveelheid vragen, konden helaas niet alle vragen op dat moment worden beantwoord. Een aantal algemene vragen hebben we hieronder voor je op een rijtje gezet.


Vraag: Is er een leeftijdsgrens voor het uitvoeren van een buikspoeling?
Antwoord: Er is geen strikte leeftijdsgrens. Wel wordt er goed gekeken naar de zogenaamde WHO Performance Status van de patiënte. Hiermee wordt het niveau van functioneren van de patiënt vastgesteld en wordt bepaald hoe vitaal de patiënt is. Met het toenemen van de leeftijd wordt wel eerder afgezien van eventuele toevoeging van buikspoelingen.

Vraag: Hoe (snel) ontwikkelt de immunotherapie voor eierstokkanker zich?
Antwoord: Op dit moment is de toepassing van immunotherapie bij eierstokkanker alleen nog experimenteel of vindt plaats in studies. In Nederland is er een studie open voor immunotherapie bij eierstokkanker, die niet meer gevoelig is voor bepaalde chemotherapie. Buiten de studies om wordt er nog geen immunotherapie gegeven aan patiënten met eierstokkanker.

Vraag: Wie komt voor PARP in aanmerking?
Antwoord: patiënten met eierstokkanker stadium III tot IV met een hooggradig sereus of endometrioide type (= het celtype onder de microscoop), na de eerste behandeling of als de ziekte is teruggekomen en er een meetbare reactie op chemotherapie is. Er moeten dus meetbare afwijkingen op de scan zichtbaar zijn. Er moeten tenminste vier chemokuren met Carboplatin of Cisplatin gegeven zijn.

Vraag: Een patiënte had een goede respons op eerstelijns chemotherapie. Nu is de ziekte recidief en heeft er een secundaire debulking plaatsgevonden. Vanwege complete resectie is de respons op tweedelijnsbehandeling niet te meten. Daarom komt de patiënte niet (meer) in aanmerking voor PARP-remmers (deze worden niet vergoed). Wat kan de patiënte doen? Is een mogelijkheid om toch PARP-remmers te krijgen?
Antwoord: PARP-remmers worden alleen gegeven als er eerst een meetbare respons is op chemotherapie met platinum. Dit kan na de secundaire debulking niet gemeten worden. Er komen maar weinig mensen in aanmerking voor secundaire debulking. De winst van secundaire debulking is in de studies groter dan die van PARP remmers. Daarnaast is er een aangetoonde overlevingswinst van secundaire debulking (en nog niet voor PARP-remmers). De keuze voor operatie is dan ook begrijpelijk. Mocht de ziekte terugkomen dan kan op dat moment bij goede reactie op chemotherapie gekozen worden voor PARP-remmers.

Vraag: Een patiënte wordt sinds maart 2022 behandeld met Lynparza. Ze geeft aan dat ze niet maandelijks haar bloed hoeft te laten controleren en dat er geen CT-scans plaatsvinden (tenzij ze hier zelf om vraagt). Ze vraagt zich af hoe belangrijk het is om maandelijks metingen en controles uit te laten voeren. Nu laat ze om de drie maanden bloedprikken. Patiënte is drager van het BRCA1-gen.
Antwoord: Binnen Oncomid doen we dit anders. Hier doen we elke maand bloedcontrole, de eerste maand zelfs elke week. We zien regelmatig afwijkingen in het bloedbeeld, waarvoor aanpassing van de dosis noodzakelijk kan zijn, ook bij langer gebruik. Dit is niet afhankelijk van of je een BRCA-mutatie hebt of niet. We doen hier driemaandelijkse CT-scans, omdat we willen zien of de behandeling werkt. Dit meten we niet alleen met het CA125-gehalte, maar ook met beeldvorming. Zo is het ook in de gepubliceerde studies gedaan. Uiteraard is dit een belasting voor de patiënt, maar we willen dit niet achterwege laten. 

Vraag: Hoe wordt de huisarts betrokken in het zorgpad?
Antwoord: De huisarts ontvangt een bericht na de eerste bespreking in het regionaal MDO (Multidisciplinair Overleg) en wordt gedurende de behandeling op de hoogte gehouden. Bij specifieke vragen of ontwikkelingen hebben de hoofdbehandelaar en de huisarts telefonisch contact.


Expertteam Baarmoeder | Baarmoederhals | Eierstok | Vulva

In de regio Midden-Nederland is de zorg voor vrouwen met gynaecologische kanker goed geregeld. De diagnostiek van alle soorten gynaecologische kanker is in alle ziekenhuizen mogelijk, evenals de niet-chirurgische behandeling. Behoudens de operatieve behandeling van patiënten met laag risico baarmoederkanker is de operatieve zorg van patiënten geconcentreerd in twee klinieken.

Lees meer over het Expertteam Baarmoeder | Baarmoederhals | Eierstok | Vulva